Als je kiest wat het beste bij je past dan word je van binnenuit gedreven, we noemen dit ook wel intrinsieke motivatie. De grootte van de intrinsieke motivatie kun je aangeven met de volgende formule:
Intrinsieke motivatie = (Waardering X Succeskans)/termijn
Waardering is de mate waarin iets bij je past, of het
“je ding is” De succeskans is hoe jij de kans van slagen inschat. Het gaat hier om jouw overtuiging of het doel haalbaar is. De termijn is de tijd die je voor een bepaald doel nodig hebt. Hoe korter de termijn hoe groter de intrinsieke motivatie zal zijn. Een dag voor een examen ben je gemotiveerder om te studeren dan een maand van te voren. Waardering en succes kun je in een schoolcijfer uitdrukken. Dit is natuurlijk een subjectief cijfer omdat intrinsieke motivatie een persoonlijke aangelegenheid is.
Hoe kom je er nu achter wat er het beste bij je past?
Waardering
Hoe je iets waardeert hang af van de mate waarin iets bij je past.
Ieder persoon heeft een hiërarchie van zo’n 6 persoonlijke waarden die je de hele dag onbewust aansturen bij iedere beslissing die je neemt. Iedere waarde heeft een positieve en een negatieve kant.
Voorbeelden van positieve waarden zijn: vrijheid, aandacht, zekerheid, groei etc. De negatieve achterkanten van deze waarden zijn: Verstikking, eenzaamheid, onzekerheid en achteruitgang. Een van jouw 6 waarden is het belangrijkste, deze noemen we ook wel je kernwaarde. Deze heeft twee kanten; de positieve kant is een ervaring die je het gelukkigst maakt, de negatieve kant is een rotgevoel waar je iedere keer weer tegen aan aanloopt. De ene kant wil je graag bereiken en de andere kant wil je graag vermijden. Sommige mensen zeggen dat deze kernwaarde te maken heeft met een tekort van ouders die ze hebben doorgegeven aan hun kinderen. Ouders die zelf te weinig vrijheid hebben gehad, geven ook weinig vrijheid aan hun kinderen. Vrijheid wordt dan de kernwaarde van de kinderen en verstikking kan dan de negatieve kant worden.
Logische niveaus
Om de waarden een plek te kunnen geven helpt het om de logische niveaus te kennen.
Alles in het leven kun je herleiden tot de volgende 6 logische niveaus:
Missie/ware zelf
Waartoe?
Identiteit/ego
Wie?
Waarden en Overtuigingen
Waarom?
Kwaliteiten
Met behulp van?
Gedrag
Hoe?
Omgeving Wat,waar welke?
Eigenlijk is het beter om de niveaus niet boven elkaar te plaatsen maar in elkaar, waarbij de bovenste de kern is en alle onderliggende niveaus er omheen liggen.
De buitenste drie niveaus gaan dan over zichtbare dingen en de binnenste drie over onzichtbare, die zich binnen in een persoon afspelen. Iets dat zich op een bepaald niveau afspeelt is van invloed op alle niveaus die er omheen liggen.
Bereikende en vermijdende waarden
Bereikende waarden zijn dingen die je WEL wilt en vermijdende waarden zijn dingen die je juist NIET wilt. Bereikende waarden geven richting doordat je er als het ware heen kan gaan en vermijdende waarden maken je stuurloos omdat je hierbij geen doel hebt. Daarnaast genereren bereikende waarden veel meer energie.
Denk maar eens aan twee wielrenners die samen op de finish afrijden. De achterste renner die vlak voor de streep naar de ander toe kan rijden wint bijna altijd. De voorste wordt gedreven door iets wat die niet wil, ingehaald worden (angst). De achterste door iets wat die wel wil, inhalen (ambitie). Deze waarden spelen ook een rol op je werk en daarom is het ook zo belangrijk om ze positief te formuleren.
Je zult versteld staan hoeveel van je gedrag tijdens het werk bepaald wordt door vermijdende waarden als: Het moet niet te saai worden. Ik wil niet de hele dag programmeren. Verkopen is niets voor mij. Iedere waarde heeft een bereikende en een vermijdende kant zoals bij je kernwaarde. Het hangt van het moment af of de waarde vooral op bereiken of vermijden staat.
Conflicterende waarden
Vaak zijn er waarden die elkaar tegenspreken. Misschien herken je het wel dat je aan de ene kant iets graag wilt maar aan de andere kant juist weer niet. Deze dilemma’s maken het kiezen lastig.
Hoe ontstaan deze conflicterende waarden?
Naast je eigen waarden heb je ook waarden die horen bij de verschillende identiteiten/rollen die je in je hebt. Je kunt het een beetje vergelijken met een bus waar jij aan het stuur zit met allerlei passagiers die allemaal iets anders beginnen te roepen wanneer de bus een kruispunt nadert.
Ontstaan tegengestelde identiteiten
De verschillende identiteiten zijn ontstaan na een voor jou stressvolle gebeurtenis. M.b.v. een kernkwadrant kan dit ontstaan worden verduidelijkt:
Kernkwaliteit Valkuil
Allergie Uitdaging
Iedereen heeft een aantal unieke talenten. Deze talenten noemen we kernkwaliteiten. Bij die kernkwaliteiten horen een uitdaging, een valkuil en een allergie. De valkuil is een te veel van het goede en die komt vooral naar voren wanneer iemand een beetje onder stress staat of wanneer die met zijn allergie geconfronteerd wordt. Een persoon met een nauwgezette identiteit wordt dan bijvoorbeeld pietluttig en een meegaand persoon een meeloper. De uitdaging is het positief omgekeerde van de valkuil. Dat zou van iemand met als valkuil “meelopen” “zelfstandigheid” kunnen zijn. Wanneer de stress heviger wordt dan schiet iemand vaak in zijn eigen allergie, het negatief omgekeerde van zijn kernkwaliteit. Een moedig persoon wordt dan bang. Vanaf dat moment is er een passagier bijgekomen die zodra het een beetje gevaarlijk wordt “pas op!” roept.
Omgaan met identiteiten
Van nature heeft een moedig iemand een hekel aan bange types en probeert die subidentiteit in zichzelf te onderdrukken. Hoe meer je een subidentiteit probeert te onderdrukken hoe meer deze zich als een tegenstander gaat gedragen. Soms neemt die dan zelfs stiekem het stuur over.
Om van de subidentiteit een medestander te maken is het beter, net als bij een echt persoon, om je te richten op z’n positieve intentie. De innerlijke stem wordt dan zachter en gaat je wijzen op je uitdaging, het positief tegenovergestelde van je valkuil. De subidentiteit gaat je dan helpen in plaats van tegenwerken.
Angst of lafheid wordt dan oppassendheid die de moed gaat vergezellen. Je zou kunnen zeggen dat je ware zelf op zo’n moment de richting bepaald van je keuze (aan de hand van je bereikende waarden) en je subpersoonlijkheden (met de vermijdende waarden) sturen je bij om op de goede weg te blijven.
Hoe herken je de ware identiteit?
Identiteiten zijn per definitie reactief. Ze zijn ontstaan naar aanleiding van een gebeurtenis. Bij iedere volgende gebeurtenis die lijkt op de oorspronkelijke begint de subpersoonlijkheid weer op te spelen. Deze praten in termen van moeten, voelen wat beklemmend aan en zijn vermijdend van aard. Je ware identiteit is iemand die er eigenlijk altijd is, een soort constante. Hij voelt als vrijheid en werkt intuïtief aan mogelijkheden i.p.v. onmogelijkheden. Je ervaart hem soms heel duidelijk in tijden dat de subidentiteiten even rustig zijn, bijvoorbeeld op vakantie. Wanneer je de subidentiteiten niet onder ogen ziet en er niet naar luistert dan beginnen ze je ware zelf te overschreeuwen. Op het moment dat je ze een plek geeft dan gaan ze samenwerken met je ware zelf om tot je missie te komen. In het voorbeeld bij de logische niveaus zou je kunnen stellen dat je aan je missie bent toegekomen wanneer je bezig bent met het ontwerpen van een website en daar helemaal in opgaat omdat je niets meer aan je hoofd hebt. Je bent dan helemaal in “the flow”
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten