Vanuit "apartheid" zie je het eigen ik als een berg bij een dal. Je vindt dat berg iets anders is dan het dal maar het zijn allebei 'vormen' van het landschap. Waar begint de berg precies en waar houdt die op? De waarnemer scheidt ze en toch is de berg onlosmakelijk verbonden met het dal. Ze zijn elkaars oorzaak en gevolg. Waarom vertelt de waarneming ons dat er 2 aparte vormen zijn die los staan van elkaar?
Op kwantumniveau bestaat alleen potentie. Apartheid begint met de illusie van het tekort. Het tekort creëert afscheiding, dualiteit en illusie komt uit het bewustzijn, perceptie. Perceptie zorgt voor waarneming, dat een actie is. De actie introduceert tijd in deze beschouwing. Tenslotte is er een perceptie die vorm verwacht en die daardoor wordt gecreëerd door waarneming. Die waarneming wordt verwerkt door het bewustzijn. Uiteindelijk bepaalt het bewustzijn de waarneming (interpretatie). Het NU is tijdloos omdat het gelijk weer voorbij is en dan tot het verleden behoort. Het NU is potentie. Alles wat we waarnemen is al gebeurd (verleden). Wat we waarnemen is het resultaat van onze perceptie. Het nu creëert de 2 andere tijdsbeelden. Wat was, het verleden en de (nulmakende)tegenpool; de toekomst. Uiteindelijk bestaat de wereld die we ervaren uit 3 fases:
1 Er is potentie, 2 We hebben een bepaalde verwachting 3 Deze zorgt dat we een bepaalde vorm waarnemen.
vrijdag 25 mei 2007
vrijdag 11 mei 2007
Zebra's
Hoe kan het dat Afrikanen zebra's zien als een een zwart paard met witte strepen zien en blanke mensen andersom? Reactie op artikel Sjef Smeets
We vergelijken onszelf met de buitenwereld en letten daarbij op de verschillen. Op deze manier kunnen we onszelf en alles wat we niet zijn onderscheiden en krijgen zodoende een beeld van de wereld. Wanneer we geloven dat we het goed gezien hebben gaan we met dit denkbeeld in ons hoofd verder naar de wereld kijken. Datgene dat ons de eerste keer was opgevallen valt ons daarna weer op doordat onze hersenen bepalen waar onze aandacht heen gaat. Ze negeren, verdraaien of generaliseren alles zodanig dat het lijkt alsof de buitenwereld de juistheid van ons beeld bevestigt. We vergeten hierbij dat die buitenwereld slechts de projectie is van onze oorspronkelijke perceptie.
Wanneer we bepaalde opvallende dingen niet meer kunnen negeren dan krijgen onze denkbeelden te maken met tegenstand van een nieuwe. Des te langer ons subjectieve denkbeeld meegaat hoe meer we denken dat het objectief bewezen is door onze ervaringen, hoe meer we denken dat het om een soort natuurwet gaat. Doordat we onze oude denkbeelden al zo vaak hebben laten bevestigen staan deze veel sterker dan de nieuwe. Een nieuw denkbeeld proberen we dan ook eerst aan te passen aan ons oude (assimilatie) voordat we misschien ons oude denkbeeld aan gaan passen aan de nieuwe (accomodatie). Zo wordt een zebra in een blank denkbeeld eerst een variatie op een wit paard en daarna eventueel pas een zwart paard zoals bij donkere mensen.
We vergelijken onszelf met de buitenwereld en letten daarbij op de verschillen. Op deze manier kunnen we onszelf en alles wat we niet zijn onderscheiden en krijgen zodoende een beeld van de wereld. Wanneer we geloven dat we het goed gezien hebben gaan we met dit denkbeeld in ons hoofd verder naar de wereld kijken. Datgene dat ons de eerste keer was opgevallen valt ons daarna weer op doordat onze hersenen bepalen waar onze aandacht heen gaat. Ze negeren, verdraaien of generaliseren alles zodanig dat het lijkt alsof de buitenwereld de juistheid van ons beeld bevestigt. We vergeten hierbij dat die buitenwereld slechts de projectie is van onze oorspronkelijke perceptie.
Wanneer we bepaalde opvallende dingen niet meer kunnen negeren dan krijgen onze denkbeelden te maken met tegenstand van een nieuwe. Des te langer ons subjectieve denkbeeld meegaat hoe meer we denken dat het objectief bewezen is door onze ervaringen, hoe meer we denken dat het om een soort natuurwet gaat. Doordat we onze oude denkbeelden al zo vaak hebben laten bevestigen staan deze veel sterker dan de nieuwe. Een nieuw denkbeeld proberen we dan ook eerst aan te passen aan ons oude (assimilatie) voordat we misschien ons oude denkbeeld aan gaan passen aan de nieuwe (accomodatie). Zo wordt een zebra in een blank denkbeeld eerst een variatie op een wit paard en daarna eventueel pas een zwart paard zoals bij donkere mensen.
woensdag 9 mei 2007
identiteit
Identiteit
Je hebt behoeftes die wel en behoeftes die niet direct in te passen zijn in de buitenwereld en daarom speelt iedereen een bepaalde rol in contact met de omgeving. Die rol houdt in dat je bepaalde kanten van jezelf verbergt en andere kanten juist uit (of soms zwaarder aanzet) als je gelooft dat je er succes mee kan halen. De omgeving maakt vervolgens in haar reactie duidelijk waarmee jij het verschil maakt, soms verbaal maar soms ook non-verbaal. Zo profileert je persoonlijkheid zich voor jou (Een zwarte stip zie je het best op een witte ondergrond) Dat wat jij meekrijgt van je omgeving, dat wat jij gelooft en eigen maakt wordt een deel van je identiteit.
Je hebt behoeftes die wel en behoeftes die niet direct in te passen zijn in de buitenwereld en daarom speelt iedereen een bepaalde rol in contact met de omgeving. Die rol houdt in dat je bepaalde kanten van jezelf verbergt en andere kanten juist uit (of soms zwaarder aanzet) als je gelooft dat je er succes mee kan halen. De omgeving maakt vervolgens in haar reactie duidelijk waarmee jij het verschil maakt, soms verbaal maar soms ook non-verbaal. Zo profileert je persoonlijkheid zich voor jou (Een zwarte stip zie je het best op een witte ondergrond) Dat wat jij meekrijgt van je omgeving, dat wat jij gelooft en eigen maakt wordt een deel van je identiteit.
processen
Een overtuiging creeert een
gedragspatroon dat ervoor zorgt dat je de pijn die bij de overtuiging
hoort niet voelt. Het zorgt ervoor dat dergelijke situaties afgeweerd
worden.
Er worden vanuit de intentie van ego en dualiteit altijd de volgende
stappen gevolgd:
Er is een probleem/oorzaak/tekort. Je gaat op onderzoek uit om kennis te vergaren (waar dan ook vandaan)om je strategie te bepalen. Je onderneemt de aktie ( waarin je intentie en je strategie/kennis verpakt zitten). Vervolgens wacht je op feedback/ wat gebeurt er als reactie op mijn aktie? Je evalueert: aktie geslaagd/opgelost? Zo ja: proces is over. Zo nee: een nog groter probleem/tekort. En dan kom je weer waar je begonnen bent: Er is een probleem.....en dat probleem is groter dan weleer. Je hebt dan namelijk moeite gedaan, 'vermeende' kennis vergaart, en vol goede moed een poging gewaagd. En weer lost het niet op. Niet goed voor je zelfbeeld.... Het grote verschil tussen de intentie van ego en dualiteit is dat je vanuit de intentie van dualiteit ziet dat je zelf in ieder geval een hoofdrol speelt in je probleem. Vanuit ego geef je de schuld aan een ander, je plaats het buiten jezelf. Wanneer je aan het 'willen' bent accepteer je de situatie niet zoals het is. Je probeert een situatie te veranderen met meestal dezelfde logica als waarmee deze gecreeerd is. 'Foutieve' logica/overtuiging/conditionering/informatie is daarmee zowel de oorzaak als het gevolg. Wanneer je aan het willen bent, ligt je focus op datgene dat je niet wilt. Op de negativiteit. En waar je de aandacht op vestigt groeit EN ...jouw leven/ervaring bestaat uit waar je de aandacht op vestigt. Al het andere gaat aan je waarneming voorbij. Wanneer je de situatie aanvaardt zoals het is en er niet tegen vecht, ontstaat er ruimte. Je focus gaat er vanaf, je laat de 'foutieve' logica los. Je schept de mogelijkheid voor andere ervaringen. Tegelijkertijd kun je wel wensen dat de situatie verandert. Je aandacht verplaatst zich van het verleden naar de toekomst, naar je ideaalbeeld van hoe het in jouw visie IS. Je gaat dingen/situaties anders zien, anders waarnemen. En daardoor zal je gedrag veranderen en wellicht ook je logica. En dat schept de mogelijkheid tot verandering van de situatie. Verandering heeft tijd nodig en gebeurt meestal niet instant... en soms ook wel. Nog sneller, instant, werkt het om de actieve illusie te doorzien. Want als je die doorziet is er geen probleem meer. En wanneer het probleem er niet meer is (harmonie), is er direct ruimte voor andere ervaringen zoals je passie. Passie creeert. Passie intensiveert de ervaring. Passie kent geen negativiteit en verhoogd de levensvreugde/energie. Passie hoeft geen doel te hebben, het gaat om de ervaring en niet om een probleem op te lossen of een tekort te vullen.
gedragspatroon dat ervoor zorgt dat je de pijn die bij de overtuiging
hoort niet voelt. Het zorgt ervoor dat dergelijke situaties afgeweerd
worden.
Er worden vanuit de intentie van ego en dualiteit altijd de volgende
stappen gevolgd:
Er is een probleem/oorzaak/tekort. Je gaat op onderzoek uit om kennis te vergaren (waar dan ook vandaan)om je strategie te bepalen. Je onderneemt de aktie ( waarin je intentie en je strategie/kennis verpakt zitten). Vervolgens wacht je op feedback/ wat gebeurt er als reactie op mijn aktie? Je evalueert: aktie geslaagd/opgelost? Zo ja: proces is over. Zo nee: een nog groter probleem/tekort. En dan kom je weer waar je begonnen bent: Er is een probleem.....en dat probleem is groter dan weleer. Je hebt dan namelijk moeite gedaan, 'vermeende' kennis vergaart, en vol goede moed een poging gewaagd. En weer lost het niet op. Niet goed voor je zelfbeeld.... Het grote verschil tussen de intentie van ego en dualiteit is dat je vanuit de intentie van dualiteit ziet dat je zelf in ieder geval een hoofdrol speelt in je probleem. Vanuit ego geef je de schuld aan een ander, je plaats het buiten jezelf. Wanneer je aan het 'willen' bent accepteer je de situatie niet zoals het is. Je probeert een situatie te veranderen met meestal dezelfde logica als waarmee deze gecreeerd is. 'Foutieve' logica/overtuiging/conditionering/informatie is daarmee zowel de oorzaak als het gevolg. Wanneer je aan het willen bent, ligt je focus op datgene dat je niet wilt. Op de negativiteit. En waar je de aandacht op vestigt groeit EN ...jouw leven/ervaring bestaat uit waar je de aandacht op vestigt. Al het andere gaat aan je waarneming voorbij. Wanneer je de situatie aanvaardt zoals het is en er niet tegen vecht, ontstaat er ruimte. Je focus gaat er vanaf, je laat de 'foutieve' logica los. Je schept de mogelijkheid voor andere ervaringen. Tegelijkertijd kun je wel wensen dat de situatie verandert. Je aandacht verplaatst zich van het verleden naar de toekomst, naar je ideaalbeeld van hoe het in jouw visie IS. Je gaat dingen/situaties anders zien, anders waarnemen. En daardoor zal je gedrag veranderen en wellicht ook je logica. En dat schept de mogelijkheid tot verandering van de situatie. Verandering heeft tijd nodig en gebeurt meestal niet instant... en soms ook wel. Nog sneller, instant, werkt het om de actieve illusie te doorzien. Want als je die doorziet is er geen probleem meer. En wanneer het probleem er niet meer is (harmonie), is er direct ruimte voor andere ervaringen zoals je passie. Passie creeert. Passie intensiveert de ervaring. Passie kent geen negativiteit en verhoogd de levensvreugde/energie. Passie hoeft geen doel te hebben, het gaat om de ervaring en niet om een probleem op te lossen of een tekort te vullen.
dinsdag 8 mei 2007
beleven
Wanneer je echt beleeft, denk je niet. Je gaat helemaal op in de beleving. Je kunt in principe alles ervaren wat je wilt maar dat betekent wel dat je de omstandigheden moet creeren die dat mogelijk maken. Allereerst moet je ervan overtuigd zijn dat het mogelijk is en alle illusies ontstaan vanuit het idee dat er een tekort is overboord gooien. Vervolgens is het noodzakelijk dat je de gewenste ervaring je jezelf levendig voor de geest kunt halen. Wanneer die "wens" aanhoudend stabiel aanwezig is, is er nog tijd nodig om deze manifest te maken (het moet dan nog gecreerd te worden). Dan komen er dingen, omstandigheden op je pad die de ervaring mogelijk maken.Die komen 'opmerkelijk' op je pad. Ze vallen je op maar daar moet je dan natuurlijk nog wel wat voor of mee doen.
passie, emoties en logica
Er zijn 3 basisemoties die alle weer nuanceringen hebben: verdiet, angst en "boosheid".
Die kun je op 2 manieren interpeteren:
- Als ervaring
- Als aanwijzing
Wanneer je ze als ervaring gebruikt, zijn ze de vervanging van je passie. De passie bevindt zich in je kern. Ben je uit je kern dan ervaar je 1 van deze drie emoties in plaats van passie. Een emotie wordt in dit geval je beleving en vormt je logica. Een emotie trekt je terug in het verleden en zorgt voor 'herbeleving'. Je kunt deze emoties niet veranderen binnen je huidige denkconcept en evenmin het concept zelf, net zoals een oog niet naar zichzelf kan kijken. Wat je wel kunt doen is vaststellen dat het niet werkt, dat het je eigen gevangenis is waar je vrijwillig inzit. Al die overtuigingen, die kennis, die logica, die normen en waarden, zeggen je dat die deur op slot zit en beletten je om tegen die deur te duwen en de illusie van het "op slot zijn" te ontsluieren.
Wanneer je emoties als aanwijzing gebruikt, vertellen ze je dat je een verkeerde pad ingeslagen bent. Ze vertellen je dat een koerswijziging nodig is in de richting van je passie. Je gebruikt ze omdat ze je perfect aangeven dat je iets anders moet.
Passie is wie je werkelijk bent, diegene die je wilt zijn en niet de (negatieve) ervaringen/emoties of de hieruit ontstane manier van doen waar je jezelf mee identificeert.
Die kun je op 2 manieren interpeteren:
- Als ervaring
- Als aanwijzing
Wanneer je ze als ervaring gebruikt, zijn ze de vervanging van je passie. De passie bevindt zich in je kern. Ben je uit je kern dan ervaar je 1 van deze drie emoties in plaats van passie. Een emotie wordt in dit geval je beleving en vormt je logica. Een emotie trekt je terug in het verleden en zorgt voor 'herbeleving'. Je kunt deze emoties niet veranderen binnen je huidige denkconcept en evenmin het concept zelf, net zoals een oog niet naar zichzelf kan kijken. Wat je wel kunt doen is vaststellen dat het niet werkt, dat het je eigen gevangenis is waar je vrijwillig inzit. Al die overtuigingen, die kennis, die logica, die normen en waarden, zeggen je dat die deur op slot zit en beletten je om tegen die deur te duwen en de illusie van het "op slot zijn" te ontsluieren.
Wanneer je emoties als aanwijzing gebruikt, vertellen ze je dat je een verkeerde pad ingeslagen bent. Ze vertellen je dat een koerswijziging nodig is in de richting van je passie. Je gebruikt ze omdat ze je perfect aangeven dat je iets anders moet.
Passie is wie je werkelijk bent, diegene die je wilt zijn en niet de (negatieve) ervaringen/emoties of de hieruit ontstane manier van doen waar je jezelf mee identificeert.
reactief
Wij worden geleerd om reactief te denken en te handelen. Dit en dat gebeurt, dus.... Dit soort reactief denken en handelen zorgt voor herhalingen van het verleden. Het bedient zich van dezelfde logica als die het probleem geschapen heeft. Wanneer je echt iets wilt veranderen, moet je van de 'dus-modus' naar de wat als...modus'. Een emotie die je ervaart kun je als jouw werkelijkheid (de waarheid) beschouwen en dat vormt jouw leven, maar ook als een seintje van je interne compas. Foute koers...omdraaien. Die emotie is de waarheid niet, het is een leugen gedetecteerd door jouw compas en jouw compas laat je dat weten door je een rotgevoel te bezorgen in de hoop dat je jezelf ervan afkeert. Het gaat om de overstap van reactief naar pro-actief, van ja maar naar wat als...Waar je je aandacht op vestigt groeit. Wat als (niet de angstige 'wat als', maar de 'wat nu als ik eens')....geeft iets nieuws. Dus...geeft een herhaling van het verleden. Meer 'wat als' geeft een nieuwe ervaring. Maar bekijk het eens als nieuwe kennis die conflicteert met je oude kennis. Wij hebben allemaal leren rekenen met het decimale stelsel en daar zijn we op afgerekend. Dit is juist en dat is fout. Dat is er net als zoveel dingen goed ingeramd maar je kunt ook rekenen met een binair stelsel. Natuurlijk is het eerste goed. Behalve wanneer je wat anders wilt. Er kunnen nooit grote uitvindingen gedaan worden via de dat-en-dat-dus-modus,... uit motivatie. Grote nieuwe ontdekkingen ontstaan vanuit de wat-als-modus; ...uit inspiratie. De wat als.....geeft je een blik op wat je werkelijk wilt. Wanneer dat je focus is en je gebruikt je interne compas om jezelf op koers te houden heeft dat de ervaring als resultaat. Het is eigenlijk het accepteren van en het handelen naar een nieuwe waarheid en een andere waarheid of geloof, geeft een andere perceptie, gevolgd door een nieuwe ervaring.
Spiegelen
Mensen spiegelen zich aan anderen en gaan op zoek naar tekorten en overschotten. Op deze manier plaats je jezelf tegenover de wereld in plaats van dat je er in opgaat. Vanuit het "alles is 1 perspectief" zijn er geen tekorten en overschotten want daarvoor heb je iets anders nodig om je eigen portie mee te vergelijken. Blijf je vanuit een idee dat er tekorten bestaan handelen dan gaat de "buitenwereld" zich als een tegenstander gedragen. (Geloof is perceptie is ervaring) Je denkt dat anderen je tegenwerken, je denkt dat je er zelf er een potje van maakt, je manipuleert anderen etc. Als je handelt vanuit 1wording dan stap je uit je eigen ego en accepteer je alles zoals het is en wens je echt het beste voor iedereen, inclusief jezelf.
Je zelf
Je zelf is onlosmakelijk verbonden met alles en iedereen. alles werkt op elkaar in. Je zelf is niet eindig en bestaat niet zonder de ander. Het zelf heeft zelfbeschikking, een vrije wil, maar staat onder voortdurende bewuste en onbewuste invloed van alles dat het omringt. Het zelf besluit wat het wil zien. Tekorten en overschotten ontstaan door onze overtuiging dat ze er zijn. We raken in een competatieve modus (reactiviteit) waar we niet uitkomen. De 'buitenwereld' probeert ons met alle macht in de reactieve modus te houden. Dit zorgt voor het behoud van het status quo. Onze overtuiging, perceptie, creeert onze ervaring en bevestigt die ervaring en daarmee onze perceptie. Wanneer je er vanuit gaat dat er meer dan genoeg is komen we in een heel ander proces. Wanneer je niet bezig bent met vechten, jouw stukje veroveren, zul je ervaren dat er meer dan genoeg is. Je hoeft het alleen maar te nemen. Gedraag je ernaar (doe wat er voor nodig is)en het zal naar je toe komen. Vervolgens neem je wat je nodig hebt. Geld is een enorm belangrijke energievorm in onze maatschappij. We gedragen ons alsof het een super schaars goed is. Toch wordt er elke dag nieuw geld gedrukt. Er zijn alleen maar een handjevol mensen die er echt optimaal van profiteren. Dat zijn de mensen die het anders doen dan de massa. Zij weten dat er genoeg geld is en zij zorgen dat het naar hen toe komt door een 'tekort' van een ander te vullen en zich ervoor te laten betalen. Zij creeren bijvoorbeeld een nieuw product waardoor vraag (behoefte) onstaat naar dat product. Die vraag onstaat niet uit een noodzaak tot overleven, maar uit het verlangen naar nieuwe ervaringen dat ieder mens heeft. Andere dingen ervaren betekent groei, meer ervaren betekent meer leven. Maar wat veel belangrijker is wanneer er meer dan genoeg is: Er ontstaat ruimte voor nieuw, inspiratie. We reageren niet alleen meer vanuit de spiegel. We hervinden onze creativiteit en er ontstaat verlangen naar een nieuwe realiteit. Onze ideale realiteit. Verlangen (wens) creert geloof. Geloof creeert perceptie. Perceptie creert ervaring. De natuur van alles is groei. Ik', de mens, heeft besloten dat alles eindig is, dat er een beperkte hoeveelheid is, dat er tekorten zijn of gaan ontstaan. Daarom zijn er zoveel mensen ongelukkig. Wanneer er niet genoeg aardappelen zijn, ....eten we toch rijst? En anders zoeken we een ander alternatief. Ze accepteren dat er tekorten zijn, dat zij tekort hebben, en dat dat onoverkomenlijk is. Ze hebben het gevoel dat ze niet kunnen groeien en in de tredmolen van het tekort blijven zitten waardoor ze vanzelf in een sterfproces komen waarvan ze onbewust weten Dat dat niet de bedoeling is. En dat is ook niet zo. Er is genoeg energie om wat we ook maar willen manifest te laten worden. Daar is alleen inspiratie, verlangen, voor nodig en het geloof dat het mogelijk is. Het enige dat daar voor nodig is, is dat we uit de competitie stappen. Dat we reactieve modus achter ons laten. Alleen dan kunnen we onze inspiratie vinden en 'nieuw' creeren.
Afweer
Wie of wat in jou kiest er eigenlijk?
Het ego of je ware zelf?
Persoonlijkheid
Er is een stuk in jou dat je persoonlijkheid zou kunnen noemen. Deze persoonlijkheid is datgene dat gevormd is in contact met de buitenwereld. Hierin zitten allerlei afweermechanismen die reactionair en vermijdend van aard zijn. Ze brengen je nergens heen maar houden je ergens bij vandaan. Deze afweermechanismen worden gevoed door emoties als: boosheid, verdriet en angst. Het is vaak steeds de zelfde afweer waar je tegenaan loopt als gevolg van je grootste ervaring van tekort in het verleden.
Ego
We staan in een wereld waarin iedereen iets anders lijkt te willen. We worden geconfronteerd met verschillende ego's. Dit is een pijnlijke constatering omdat onze omgeving daardoor een beetje vijandig voelt. We wapenen ons daartegen door zelf ook een ego te ontwikkelen en komen van daaruit voor onszelf op om te zorgen dat we niets te kort komen.
Afweer
Onze oorspronkelijke behoefte is om de persoonlijke wensen te integreren in de wereld om ons heen. Hiertoe is het nodig om te handelen vanuit jezelf, de ander en het algemene belang. Het ego is echter ongeduldig en wil directe behoeftebevrediging. Het heeft geen zin in de weg van vallen en opstaan, zeker niet in een cultuur waarin je afgerekend op fouten. Omdat we deze confrontatie niet aan willen gaan en doordat we gehecht raken aan ons ego komen we in een conflictsituatie terecht tussen de wil op korte termijn en de wens tot integratie. Hierdoor raken we gefrustreerd. Om deze frustratie niet te voelen hebben we afweermechanismen gecreëerd om ruimte te scheppen en ons als een schild te beschermen tegen de pijlen die de buitenwereld op ons schiet. Tegelijkertijd houdt het zichzelf in stand doordat het ook zelf zijn noodzakelijkheid bevestigt. (Perceptie = projectie; een angstig iemand zal overal iets gevaarlijks in zien) Het ontneemt mensen op deze manier ook het zicht op de werkelijkheid. Dit gaat ten koste van de persoonlijke groei en vroeg of laat willen we hierop revanche nemen.
Ware zelf
Hier achter ligt het ware zelf dat sommige mensen "ziel" noemen. Een authentieke keuze is een keuze vande ziel. (We ervaren de ziel volgens het boeddhisme wanneer we helemaal opgaat in datgene wat je doen (met bezieling bezig zijn) We zouden bijna letterlijk achter onze afweer moeten zien te komen om een echte bereikende keuze te kunnen maken.
Allereerst moeten we dan weten wanneer wij de afweer gebruiken. Meestal gaat dit onbewust en identificeren we onszelf ermee waardoor we het niet als afweer zien. Daarna is het belangrijk deze te accepteren omdat deze wel degelijk een functie had. We hadden even de ruimte nodig omdat we onmogelijk op korte termijn alle tegenstrijdigheden tussen de wensen van onszelf en de omgeving konden opheffen. Daarentegen houden we op dit moment wel schilden op terwijl ze niet (meer) nodig zijn. Wanneer we dat doorzien dan komen we er een beetje los van. Het doel van meditatie is in feite hetzelfde; loskomen van emoties en gedachten (die vaak worden aangestuurd door angst)
Het ego of je ware zelf?
Persoonlijkheid
Er is een stuk in jou dat je persoonlijkheid zou kunnen noemen. Deze persoonlijkheid is datgene dat gevormd is in contact met de buitenwereld. Hierin zitten allerlei afweermechanismen die reactionair en vermijdend van aard zijn. Ze brengen je nergens heen maar houden je ergens bij vandaan. Deze afweermechanismen worden gevoed door emoties als: boosheid, verdriet en angst. Het is vaak steeds de zelfde afweer waar je tegenaan loopt als gevolg van je grootste ervaring van tekort in het verleden.
Ego
We staan in een wereld waarin iedereen iets anders lijkt te willen. We worden geconfronteerd met verschillende ego's. Dit is een pijnlijke constatering omdat onze omgeving daardoor een beetje vijandig voelt. We wapenen ons daartegen door zelf ook een ego te ontwikkelen en komen van daaruit voor onszelf op om te zorgen dat we niets te kort komen.
Afweer
Onze oorspronkelijke behoefte is om de persoonlijke wensen te integreren in de wereld om ons heen. Hiertoe is het nodig om te handelen vanuit jezelf, de ander en het algemene belang. Het ego is echter ongeduldig en wil directe behoeftebevrediging. Het heeft geen zin in de weg van vallen en opstaan, zeker niet in een cultuur waarin je afgerekend op fouten. Omdat we deze confrontatie niet aan willen gaan en doordat we gehecht raken aan ons ego komen we in een conflictsituatie terecht tussen de wil op korte termijn en de wens tot integratie. Hierdoor raken we gefrustreerd. Om deze frustratie niet te voelen hebben we afweermechanismen gecreëerd om ruimte te scheppen en ons als een schild te beschermen tegen de pijlen die de buitenwereld op ons schiet. Tegelijkertijd houdt het zichzelf in stand doordat het ook zelf zijn noodzakelijkheid bevestigt. (Perceptie = projectie; een angstig iemand zal overal iets gevaarlijks in zien) Het ontneemt mensen op deze manier ook het zicht op de werkelijkheid. Dit gaat ten koste van de persoonlijke groei en vroeg of laat willen we hierop revanche nemen.
Ware zelf
Hier achter ligt het ware zelf dat sommige mensen "ziel" noemen. Een authentieke keuze is een keuze vande ziel. (We ervaren de ziel volgens het boeddhisme wanneer we helemaal opgaat in datgene wat je doen (met bezieling bezig zijn) We zouden bijna letterlijk achter onze afweer moeten zien te komen om een echte bereikende keuze te kunnen maken.
Allereerst moeten we dan weten wanneer wij de afweer gebruiken. Meestal gaat dit onbewust en identificeren we onszelf ermee waardoor we het niet als afweer zien. Daarna is het belangrijk deze te accepteren omdat deze wel degelijk een functie had. We hadden even de ruimte nodig omdat we onmogelijk op korte termijn alle tegenstrijdigheden tussen de wensen van onszelf en de omgeving konden opheffen. Daarentegen houden we op dit moment wel schilden op terwijl ze niet (meer) nodig zijn. Wanneer we dat doorzien dan komen we er een beetje los van. Het doel van meditatie is in feite hetzelfde; loskomen van emoties en gedachten (die vaak worden aangestuurd door angst)
Kiezen
Als je kiest wat het beste bij je past dan word je van binnenuit gedreven, we noemen dit ook wel intrinsieke motivatie. De grootte van de intrinsieke motivatie kun je aangeven met de volgende formule:
Intrinsieke motivatie = (Waardering X Succeskans)/termijn
Waardering is de mate waarin iets bij je past, of het
“je ding is” De succeskans is hoe jij de kans van slagen inschat. Het gaat hier om jouw overtuiging of het doel haalbaar is. De termijn is de tijd die je voor een bepaald doel nodig hebt. Hoe korter de termijn hoe groter de intrinsieke motivatie zal zijn. Een dag voor een examen ben je gemotiveerder om te studeren dan een maand van te voren. Waardering en succes kun je in een schoolcijfer uitdrukken. Dit is natuurlijk een subjectief cijfer omdat intrinsieke motivatie een persoonlijke aangelegenheid is.
Hoe kom je er nu achter wat er het beste bij je past?
Waardering
Hoe je iets waardeert hang af van de mate waarin iets bij je past.
Ieder persoon heeft een hiërarchie van zo’n 6 persoonlijke waarden die je de hele dag onbewust aansturen bij iedere beslissing die je neemt. Iedere waarde heeft een positieve en een negatieve kant.
Voorbeelden van positieve waarden zijn: vrijheid, aandacht, zekerheid, groei etc. De negatieve achterkanten van deze waarden zijn: Verstikking, eenzaamheid, onzekerheid en achteruitgang. Een van jouw 6 waarden is het belangrijkste, deze noemen we ook wel je kernwaarde. Deze heeft twee kanten; de positieve kant is een ervaring die je het gelukkigst maakt, de negatieve kant is een rotgevoel waar je iedere keer weer tegen aan aanloopt. De ene kant wil je graag bereiken en de andere kant wil je graag vermijden. Sommige mensen zeggen dat deze kernwaarde te maken heeft met een tekort van ouders die ze hebben doorgegeven aan hun kinderen. Ouders die zelf te weinig vrijheid hebben gehad, geven ook weinig vrijheid aan hun kinderen. Vrijheid wordt dan de kernwaarde van de kinderen en verstikking kan dan de negatieve kant worden.
Logische niveaus
Om de waarden een plek te kunnen geven helpt het om de logische niveaus te kennen.
Alles in het leven kun je herleiden tot de volgende 6 logische niveaus:
Missie/ware zelf
Waartoe?
Identiteit/ego
Wie?
Waarden en Overtuigingen
Waarom?
Kwaliteiten
Met behulp van?
Gedrag
Hoe?
Omgeving Wat,waar welke?
Eigenlijk is het beter om de niveaus niet boven elkaar te plaatsen maar in elkaar, waarbij de bovenste de kern is en alle onderliggende niveaus er omheen liggen.
De buitenste drie niveaus gaan dan over zichtbare dingen en de binnenste drie over onzichtbare, die zich binnen in een persoon afspelen. Iets dat zich op een bepaald niveau afspeelt is van invloed op alle niveaus die er omheen liggen.
Bereikende en vermijdende waarden
Bereikende waarden zijn dingen die je WEL wilt en vermijdende waarden zijn dingen die je juist NIET wilt. Bereikende waarden geven richting doordat je er als het ware heen kan gaan en vermijdende waarden maken je stuurloos omdat je hierbij geen doel hebt. Daarnaast genereren bereikende waarden veel meer energie.
Denk maar eens aan twee wielrenners die samen op de finish afrijden. De achterste renner die vlak voor de streep naar de ander toe kan rijden wint bijna altijd. De voorste wordt gedreven door iets wat die niet wil, ingehaald worden (angst). De achterste door iets wat die wel wil, inhalen (ambitie). Deze waarden spelen ook een rol op je werk en daarom is het ook zo belangrijk om ze positief te formuleren.
Je zult versteld staan hoeveel van je gedrag tijdens het werk bepaald wordt door vermijdende waarden als: Het moet niet te saai worden. Ik wil niet de hele dag programmeren. Verkopen is niets voor mij. Iedere waarde heeft een bereikende en een vermijdende kant zoals bij je kernwaarde. Het hangt van het moment af of de waarde vooral op bereiken of vermijden staat.
Conflicterende waarden
Vaak zijn er waarden die elkaar tegenspreken. Misschien herken je het wel dat je aan de ene kant iets graag wilt maar aan de andere kant juist weer niet. Deze dilemma’s maken het kiezen lastig.
Hoe ontstaan deze conflicterende waarden?
Naast je eigen waarden heb je ook waarden die horen bij de verschillende identiteiten/rollen die je in je hebt. Je kunt het een beetje vergelijken met een bus waar jij aan het stuur zit met allerlei passagiers die allemaal iets anders beginnen te roepen wanneer de bus een kruispunt nadert.
Ontstaan tegengestelde identiteiten
De verschillende identiteiten zijn ontstaan na een voor jou stressvolle gebeurtenis. M.b.v. een kernkwadrant kan dit ontstaan worden verduidelijkt:
Kernkwaliteit Valkuil
Allergie Uitdaging
Iedereen heeft een aantal unieke talenten. Deze talenten noemen we kernkwaliteiten. Bij die kernkwaliteiten horen een uitdaging, een valkuil en een allergie. De valkuil is een te veel van het goede en die komt vooral naar voren wanneer iemand een beetje onder stress staat of wanneer die met zijn allergie geconfronteerd wordt. Een persoon met een nauwgezette identiteit wordt dan bijvoorbeeld pietluttig en een meegaand persoon een meeloper. De uitdaging is het positief omgekeerde van de valkuil. Dat zou van iemand met als valkuil “meelopen” “zelfstandigheid” kunnen zijn. Wanneer de stress heviger wordt dan schiet iemand vaak in zijn eigen allergie, het negatief omgekeerde van zijn kernkwaliteit. Een moedig persoon wordt dan bang. Vanaf dat moment is er een passagier bijgekomen die zodra het een beetje gevaarlijk wordt “pas op!” roept.
Omgaan met identiteiten
Van nature heeft een moedig iemand een hekel aan bange types en probeert die subidentiteit in zichzelf te onderdrukken. Hoe meer je een subidentiteit probeert te onderdrukken hoe meer deze zich als een tegenstander gaat gedragen. Soms neemt die dan zelfs stiekem het stuur over.
Om van de subidentiteit een medestander te maken is het beter, net als bij een echt persoon, om je te richten op z’n positieve intentie. De innerlijke stem wordt dan zachter en gaat je wijzen op je uitdaging, het positief tegenovergestelde van je valkuil. De subidentiteit gaat je dan helpen in plaats van tegenwerken.
Angst of lafheid wordt dan oppassendheid die de moed gaat vergezellen. Je zou kunnen zeggen dat je ware zelf op zo’n moment de richting bepaald van je keuze (aan de hand van je bereikende waarden) en je subpersoonlijkheden (met de vermijdende waarden) sturen je bij om op de goede weg te blijven.
Hoe herken je de ware identiteit?
Identiteiten zijn per definitie reactief. Ze zijn ontstaan naar aanleiding van een gebeurtenis. Bij iedere volgende gebeurtenis die lijkt op de oorspronkelijke begint de subpersoonlijkheid weer op te spelen. Deze praten in termen van moeten, voelen wat beklemmend aan en zijn vermijdend van aard. Je ware identiteit is iemand die er eigenlijk altijd is, een soort constante. Hij voelt als vrijheid en werkt intuïtief aan mogelijkheden i.p.v. onmogelijkheden. Je ervaart hem soms heel duidelijk in tijden dat de subidentiteiten even rustig zijn, bijvoorbeeld op vakantie. Wanneer je de subidentiteiten niet onder ogen ziet en er niet naar luistert dan beginnen ze je ware zelf te overschreeuwen. Op het moment dat je ze een plek geeft dan gaan ze samenwerken met je ware zelf om tot je missie te komen. In het voorbeeld bij de logische niveaus zou je kunnen stellen dat je aan je missie bent toegekomen wanneer je bezig bent met het ontwerpen van een website en daar helemaal in opgaat omdat je niets meer aan je hoofd hebt. Je bent dan helemaal in “the flow”
Intrinsieke motivatie = (Waardering X Succeskans)/termijn
Waardering is de mate waarin iets bij je past, of het
“je ding is” De succeskans is hoe jij de kans van slagen inschat. Het gaat hier om jouw overtuiging of het doel haalbaar is. De termijn is de tijd die je voor een bepaald doel nodig hebt. Hoe korter de termijn hoe groter de intrinsieke motivatie zal zijn. Een dag voor een examen ben je gemotiveerder om te studeren dan een maand van te voren. Waardering en succes kun je in een schoolcijfer uitdrukken. Dit is natuurlijk een subjectief cijfer omdat intrinsieke motivatie een persoonlijke aangelegenheid is.
Hoe kom je er nu achter wat er het beste bij je past?
Waardering
Hoe je iets waardeert hang af van de mate waarin iets bij je past.
Ieder persoon heeft een hiërarchie van zo’n 6 persoonlijke waarden die je de hele dag onbewust aansturen bij iedere beslissing die je neemt. Iedere waarde heeft een positieve en een negatieve kant.
Voorbeelden van positieve waarden zijn: vrijheid, aandacht, zekerheid, groei etc. De negatieve achterkanten van deze waarden zijn: Verstikking, eenzaamheid, onzekerheid en achteruitgang. Een van jouw 6 waarden is het belangrijkste, deze noemen we ook wel je kernwaarde. Deze heeft twee kanten; de positieve kant is een ervaring die je het gelukkigst maakt, de negatieve kant is een rotgevoel waar je iedere keer weer tegen aan aanloopt. De ene kant wil je graag bereiken en de andere kant wil je graag vermijden. Sommige mensen zeggen dat deze kernwaarde te maken heeft met een tekort van ouders die ze hebben doorgegeven aan hun kinderen. Ouders die zelf te weinig vrijheid hebben gehad, geven ook weinig vrijheid aan hun kinderen. Vrijheid wordt dan de kernwaarde van de kinderen en verstikking kan dan de negatieve kant worden.
Logische niveaus
Om de waarden een plek te kunnen geven helpt het om de logische niveaus te kennen.
Alles in het leven kun je herleiden tot de volgende 6 logische niveaus:
Missie/ware zelf
Waartoe?
Identiteit/ego
Wie?
Waarden en Overtuigingen
Waarom?
Kwaliteiten
Met behulp van?
Gedrag
Hoe?
Omgeving Wat,waar welke?
Eigenlijk is het beter om de niveaus niet boven elkaar te plaatsen maar in elkaar, waarbij de bovenste de kern is en alle onderliggende niveaus er omheen liggen.
De buitenste drie niveaus gaan dan over zichtbare dingen en de binnenste drie over onzichtbare, die zich binnen in een persoon afspelen. Iets dat zich op een bepaald niveau afspeelt is van invloed op alle niveaus die er omheen liggen.
Bereikende en vermijdende waarden
Bereikende waarden zijn dingen die je WEL wilt en vermijdende waarden zijn dingen die je juist NIET wilt. Bereikende waarden geven richting doordat je er als het ware heen kan gaan en vermijdende waarden maken je stuurloos omdat je hierbij geen doel hebt. Daarnaast genereren bereikende waarden veel meer energie.
Denk maar eens aan twee wielrenners die samen op de finish afrijden. De achterste renner die vlak voor de streep naar de ander toe kan rijden wint bijna altijd. De voorste wordt gedreven door iets wat die niet wil, ingehaald worden (angst). De achterste door iets wat die wel wil, inhalen (ambitie). Deze waarden spelen ook een rol op je werk en daarom is het ook zo belangrijk om ze positief te formuleren.
Je zult versteld staan hoeveel van je gedrag tijdens het werk bepaald wordt door vermijdende waarden als: Het moet niet te saai worden. Ik wil niet de hele dag programmeren. Verkopen is niets voor mij. Iedere waarde heeft een bereikende en een vermijdende kant zoals bij je kernwaarde. Het hangt van het moment af of de waarde vooral op bereiken of vermijden staat.
Conflicterende waarden
Vaak zijn er waarden die elkaar tegenspreken. Misschien herken je het wel dat je aan de ene kant iets graag wilt maar aan de andere kant juist weer niet. Deze dilemma’s maken het kiezen lastig.
Hoe ontstaan deze conflicterende waarden?
Naast je eigen waarden heb je ook waarden die horen bij de verschillende identiteiten/rollen die je in je hebt. Je kunt het een beetje vergelijken met een bus waar jij aan het stuur zit met allerlei passagiers die allemaal iets anders beginnen te roepen wanneer de bus een kruispunt nadert.
Ontstaan tegengestelde identiteiten
De verschillende identiteiten zijn ontstaan na een voor jou stressvolle gebeurtenis. M.b.v. een kernkwadrant kan dit ontstaan worden verduidelijkt:
Kernkwaliteit Valkuil
Allergie Uitdaging
Iedereen heeft een aantal unieke talenten. Deze talenten noemen we kernkwaliteiten. Bij die kernkwaliteiten horen een uitdaging, een valkuil en een allergie. De valkuil is een te veel van het goede en die komt vooral naar voren wanneer iemand een beetje onder stress staat of wanneer die met zijn allergie geconfronteerd wordt. Een persoon met een nauwgezette identiteit wordt dan bijvoorbeeld pietluttig en een meegaand persoon een meeloper. De uitdaging is het positief omgekeerde van de valkuil. Dat zou van iemand met als valkuil “meelopen” “zelfstandigheid” kunnen zijn. Wanneer de stress heviger wordt dan schiet iemand vaak in zijn eigen allergie, het negatief omgekeerde van zijn kernkwaliteit. Een moedig persoon wordt dan bang. Vanaf dat moment is er een passagier bijgekomen die zodra het een beetje gevaarlijk wordt “pas op!” roept.
Omgaan met identiteiten
Van nature heeft een moedig iemand een hekel aan bange types en probeert die subidentiteit in zichzelf te onderdrukken. Hoe meer je een subidentiteit probeert te onderdrukken hoe meer deze zich als een tegenstander gaat gedragen. Soms neemt die dan zelfs stiekem het stuur over.
Om van de subidentiteit een medestander te maken is het beter, net als bij een echt persoon, om je te richten op z’n positieve intentie. De innerlijke stem wordt dan zachter en gaat je wijzen op je uitdaging, het positief tegenovergestelde van je valkuil. De subidentiteit gaat je dan helpen in plaats van tegenwerken.
Angst of lafheid wordt dan oppassendheid die de moed gaat vergezellen. Je zou kunnen zeggen dat je ware zelf op zo’n moment de richting bepaald van je keuze (aan de hand van je bereikende waarden) en je subpersoonlijkheden (met de vermijdende waarden) sturen je bij om op de goede weg te blijven.
Hoe herken je de ware identiteit?
Identiteiten zijn per definitie reactief. Ze zijn ontstaan naar aanleiding van een gebeurtenis. Bij iedere volgende gebeurtenis die lijkt op de oorspronkelijke begint de subpersoonlijkheid weer op te spelen. Deze praten in termen van moeten, voelen wat beklemmend aan en zijn vermijdend van aard. Je ware identiteit is iemand die er eigenlijk altijd is, een soort constante. Hij voelt als vrijheid en werkt intuïtief aan mogelijkheden i.p.v. onmogelijkheden. Je ervaart hem soms heel duidelijk in tijden dat de subidentiteiten even rustig zijn, bijvoorbeeld op vakantie. Wanneer je de subidentiteiten niet onder ogen ziet en er niet naar luistert dan beginnen ze je ware zelf te overschreeuwen. Op het moment dat je ze een plek geeft dan gaan ze samenwerken met je ware zelf om tot je missie te komen. In het voorbeeld bij de logische niveaus zou je kunnen stellen dat je aan je missie bent toegekomen wanneer je bezig bent met het ontwerpen van een website en daar helemaal in opgaat omdat je niets meer aan je hoofd hebt. Je bent dan helemaal in “the flow”
Integratie
ego
Wanneer we geboren worden ervaren we geen onderscheid tussen onszelf en de buitenwereld. We komen echter in een wereld vol verdeeldheid waarin iedereen iets anders lijkt te willen. We worden geconfronteerd met verschillende ego's. Hierdoor komt de wereld vijandig op ons over. We wapenen ons daartegen door zelf ook een ego te ontwikkelen en maken onze keuzes van daaruit om te zorgen dat we niets te kort komen.
zelf
Achter het ego zit nog steeds ons oorspronkelijke zelf dat 1 is met alles. De behoefte van het zelf is om de eenheid weer te herstellen door onze persoonlijke wensen te integreren in die van de wereld om ons heen. Een authentieke keuze is een keuze richting integratie.
afweer
Integratie gaat stap voor stap waarbij we kunnen leren van onze fouten. Het ego is echter ongeduldig. Het wil directe behoeftebevrediging en geen lange weg van vallen en opstaan, zeker niet in een cultuur waarin we worden afgerekend op onze fouten. Dit zorgt voor een conflict tussen het ego en het zelf. Voor de bevrediging van het ego is echter meer haast geboden waardoor we op korte termijn hiervoor kiezen. Ondertussen blijft het zelf diep van binnen knagen omdat we niets constructiefs doen aan onze wens tot integratie. We raken gefrustreerd. Om deze frustratie niet te voelen creëren we een afweer om ruimte te scheppen voor ons ego. Dit afweer moet daartoe ons zicht op de werkelijkheid veranderen omdat de buitenwereld ons anders dagelijks met de disintegratie blijft confronteren. Als een schild beschermt het ons tegen de pijlen die de buitenwereld op ons schiet. Tegelijkertijd houdt het zichzelf in stand doordat het ook zelf zijn noodzakelijkheid bevestigt. (Perceptie = projectie; een angstig iemand zal overal iets gevaarlijks in blijven zien)
Integratie
Het afweer heeft wel degelijk een functie. We hebben mamelijk tijd en de ruimte nodig omdat we onmogelijk op korte termijn alle tegenstrijdigheden tussen de wensen van het ego en "de buitenwereld" kunnen opheffen.
Allereerst moeten we weer bewust worden wanneer wij onze afweer gebruiken. Doordat we deze al zo vaak gebruikt hebben gaat dit meestal onbewust en verwarren we ons afweer met ons zelf. Deze bewustwording zorgt dat we er een beetje los van komen. Van daaruit kunnen we ook zien dat veel afweer gebaseerd is op "oud gevaar" Iets dat lijkt op vroeger zorgt ervoor dat we een schild ophouden terwijl er helemaal geen pijl geschoten wordt. Dit inzicht kan er voor zorgen dat we deze schilden voorzichtig kunnen laten zakken.
Wanneer we geboren worden ervaren we geen onderscheid tussen onszelf en de buitenwereld. We komen echter in een wereld vol verdeeldheid waarin iedereen iets anders lijkt te willen. We worden geconfronteerd met verschillende ego's. Hierdoor komt de wereld vijandig op ons over. We wapenen ons daartegen door zelf ook een ego te ontwikkelen en maken onze keuzes van daaruit om te zorgen dat we niets te kort komen.
zelf
Achter het ego zit nog steeds ons oorspronkelijke zelf dat 1 is met alles. De behoefte van het zelf is om de eenheid weer te herstellen door onze persoonlijke wensen te integreren in die van de wereld om ons heen. Een authentieke keuze is een keuze richting integratie.
afweer
Integratie gaat stap voor stap waarbij we kunnen leren van onze fouten. Het ego is echter ongeduldig. Het wil directe behoeftebevrediging en geen lange weg van vallen en opstaan, zeker niet in een cultuur waarin we worden afgerekend op onze fouten. Dit zorgt voor een conflict tussen het ego en het zelf. Voor de bevrediging van het ego is echter meer haast geboden waardoor we op korte termijn hiervoor kiezen. Ondertussen blijft het zelf diep van binnen knagen omdat we niets constructiefs doen aan onze wens tot integratie. We raken gefrustreerd. Om deze frustratie niet te voelen creëren we een afweer om ruimte te scheppen voor ons ego. Dit afweer moet daartoe ons zicht op de werkelijkheid veranderen omdat de buitenwereld ons anders dagelijks met de disintegratie blijft confronteren. Als een schild beschermt het ons tegen de pijlen die de buitenwereld op ons schiet. Tegelijkertijd houdt het zichzelf in stand doordat het ook zelf zijn noodzakelijkheid bevestigt. (Perceptie = projectie; een angstig iemand zal overal iets gevaarlijks in blijven zien)
Integratie
Het afweer heeft wel degelijk een functie. We hebben mamelijk tijd en de ruimte nodig omdat we onmogelijk op korte termijn alle tegenstrijdigheden tussen de wensen van het ego en "de buitenwereld" kunnen opheffen.
Allereerst moeten we weer bewust worden wanneer wij onze afweer gebruiken. Doordat we deze al zo vaak gebruikt hebben gaat dit meestal onbewust en verwarren we ons afweer met ons zelf. Deze bewustwording zorgt dat we er een beetje los van komen. Van daaruit kunnen we ook zien dat veel afweer gebaseerd is op "oud gevaar" Iets dat lijkt op vroeger zorgt ervoor dat we een schild ophouden terwijl er helemaal geen pijl geschoten wordt. Dit inzicht kan er voor zorgen dat we deze schilden voorzichtig kunnen laten zakken.
Abonneren op:
Posts (Atom)